De Raad van State heeft de wetgeving rond de witte kassa in de horeca deels vernietigd. De Raad vindt dat de zogenoemde tien-procentregel, die de witte kassa vanaf 1 januari verplicht voor horecazaken die minstens tien procent van hun omzet halen uit het serveren van maaltijden een vorm van willekeur is.
Het koninklijk besluit van eind december bepaalt dat de geregistreerde kassa - die ingevoerd werd tegen het zwartwerk in de sector - enkel verplicht is voor horecazaken waar "regelmatig" maaltijden worden verbruikt.
De btw-administratie besliste daarop om die "regelmatig" te vertalen naar minstens tien procent van de omzet uit de ter plaatste verbruikte maaltijden. Horeca Vlaanderen trok tegen deze bepaling naar de Raad van State.
De auditeur bij de Raad van State adviseerde eerder al dat het criterium 'regelmatig verschaffen van maaltijden', tot willekeur zou leiden en zo het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel schenden. Ook was volgens de auditeur de tien-procentregeling onwettig omdat de btw-administratie niet bevoegd is om een dergelijke regel vast te stellen.
"Voor de ondernemers die al kassaplichtig waren bevestigde de overheid dat de timing ongewijzigd blijft (1 januari 2016), maar een deel van de regelgeving zal wel moeten worden aangepast", zegt Danny Van Assche, afgevaardigd bestuurder van Horeca Vlaanderen.
Daarbij pleit de sectorfederatie opnieuw voor nieuwe regelgeving die "rechtszeker, evenwichtig en rendabel" is, met begeleidende maatregelen en een gelijk speelveld. "Iedereen die voeding ter plaatse aanbiedt moet op dezelfde manier behandeld worden en zal dus een kassa moeten gebruiken", aldus Van Assche.
Cafés die geen maaltijden aanbieden of frituren zonder eetplaatsen moeten hier volgens hem niet onder vallen. (vrt)